Trends voor Amerikaanse babynamen in 2011

Dexter
Net als Amerikaanse ouders vernoemen Nederlanders hun kind naar de sympathieke seriemoordenaar Dexter (foto: Kristin dos Santos op Flickr)

De afgelopen weken ging het regelmatig over Nederlandse modenamen. Nameberry zette de Amerikaanse trends voor dit jaar op een rijtje – ik vertaalde ze een beetje losjes.

De meeste van deze trends zijn niet eenvoudig door te vertalen naar Nederland. Dat is ligt deels aan een verschil in taal/uitspraak: veel populaire Amerikaanse namen klinken hier lomp en misschien wat aanstellerig of ordinair.

Daarnaast zijn Amerikanen dol op lange(re) namen en zitten we in Nederland nog midden in de kortkortkort-trend.

Two-for-one names: het combineren van een klassieke voornaam als Louise, Beatrix, Arthur of Abraham met een heel lichtvoetige roepnaam: Lulu, Bee, Bunny en Bram. Voordeel daarvan is dat je de lange naam voor officiële toestanden kunt gebruiken, maar in het dagelijks leven je blije zelf kunt zijn: “Lulu at the nightclub, Louise on the Harvard app.

Veel ouders kiezen eerst de roepnaam en verzinnen daar de naam bij die in het paspoort terecht komt. Ze vinden Josie of Zee leuk als roepnaam en kiezen daar later Josephine of Zachery bij.

Huisdieren krijgen steeds vaker een menselijke roepnaam (Cloe en Zoe bijvoorbeeld), terwijl baby’s het moeten doen met namen als Buster of Buddy.

Alles is HA. Hahahaha. Hayden, Harry, Hazel, Harrison, Harper, Hadley, Hank, Haven, Hal, Hart, Harriet, Hattie, Hale, Harley, Hartley, Harlow.

Of US. Als in: Atticus, Aurelius, Augustus, Cassius, Maximus, Amadeus.

Of R. Ouderwetse namen als Robert, Richard of Rhoda moeten nog even wachten voordat ze bona fide retronamen zijn, maar deze R-namen zijn hot: Rufus, Rupert, Ray, Rosamund, Raphael, Roman, Romy, Romilly, Remy, Rory, Reed, Rhys, Rowan, Ronan, Reeve, Ripley, Roscoe, Reuben en Ruby. Roman en Ruby zie ik op steeds meer Nederlandse geboortekaartjes voorbijkomen.

En de O. Oliver (in Nederland: Olivier) en Olivia zijn ‘geweest’, maar er zijn nieuwe O-namen in opkomst: Oscar, Owen, Orson, Otto, Orlando en Milo for jongens; Olive, Olympia, Octavia en Ophelia voor meisjes.

Nu Lily, Rose en Daisy wat onfris beginnen te ruiken, bloeien er nieuwe bloemennamen voor meisjes op: Azalea, Dahlia, Poppy, Lotus, Lilac, Acacia, Marigold, Camellia.

Anderssoortige zweverige namen: January of May, maar ook Winter en Easter (Pasen), Sunday of Midnight.

Ook in de ruimte wordt gezocht: planeten als Mars en Jupiter, sterren als Orion, maannamen als Stella en Luna en het engelachtige Gabriel of Seraphina. Het onvertaalbare Nevaeh (‘heaven’ achterstevoren gespeld) begint haar populariteit te verliezen.

Namen die in Amerika nog niet ‘terug‘ werden verwacht: Stanley. Zouden ook Ernest, Harvey, Arthur, Walter en Warren een rentree maken?

Echte uniseksnamen: Paxton, Peyton, Sawyer, Sasha. Ouders schrikken er niet meer van om een uniseksnaam aan hun zoon te geven, als die eigenlijk al voor meisjes is ‘ingepikt’. Iets soortgelijks zie je hier met Robin: still going strong voor jongens.

Bizarre vernoeming naar een televisiepersonage: Dexter.

Namen uit de serie Twilight deden het een stuk beter nadat de boeken en films uitkwamen, maar zullen snel over hun hoogtepunt heen raken. Dat is wel vaker zo, als ouders niet steeds willen uitleggen dat ze hun kind niet naar dé Bella, Edward, Cullen, Emmett, Jasper, Esmé of Felix hebben genoemd, maar het ‘gewoon’ een mooie naam vonden.

Of namen nou aan zouden kunnen slaan of niet: ik blijf het opmerkelijk vinden hoe weinig namen uit de Verenigde Staten naar Nederland overvliegen. Een van de belangrijkste Amerikaanse meisjesnamen van het decennium, Madison, kreeg hier in 2009 zeven vernoemingen en in 2010 negen. Ook Abigail en Ava zijn hier ondervertegenwoordigd, net als veel van de Amerikaanse populaire jongensnamen: Ethan, William (daar is ie weer!) en Christopher bijvoorbeeld.

Voordat we hier met schoolklassen vol Paxton, Sawyer, Amadeus en Mars (?) zitten, zijn we wel een paar jaar verder.