Broertjes heten Silver, Uniek en Vip

En we noemen hem Uniek, artikel in NRC Next van 11 januari 2012
En we noemen hem Uniek (NRC Next 11 januari 2012)

Er komen steeds meer verschillende voornamen bij in Nederland, terwijl de “top 10 eigenlijk al jaren buitengewoon saai [is]”, zo vat Gerrit Bloothooft de namensituatie van 2012 samen.

Dat was ons natuurlijk ook al opgevallen: na jaren van Thomas en Sanne zitten we nu al jaren met Emma-Sophie-Julia en Daan-Sem-Lucas ‘opgescheept’. Mooie namen natuurlijk, maar we houden hier wel van een beetje smeuiigheid.

Lees daarom (dank voor de tip Marije!) vandaag een artikel in NRC Next* waarin niet alleen Gerrit Bloothooft, maar ook Merel Telleman, moeder van een bijzonder drietal wordt geïnterviewd:

“Silver. Daar begon het mee. Gewoon leuk: zilver, maar dan met een S. Met het klassieke Quinten als tweede naam.”

(…)

“Ik heb niet zoveel met Daan en Bram. Of Tiger Lily. We dachten bij de tweede aan Niek, maar dan iets anders. Met wat stoers erachter.” Het werd Uniek Beer. “Hij kan zich straks voorstellen met: ik ben Uniek. Dat blijft natuurlijk wel hangen.”

“En toen nummer drie, nu één jaar. Dat werd Vip. Naar Very Important Person. Nee, zonder puntjes. En omdat Vip, als hij een meisje was geweest, Diesel zou heten, werd het Vip Diesel.”

De 31-jarige secretaresse uit Sint Pancras legt uit dat ze niet op zoek was naar rare of aparte namen, wel naar iets bijzonders. Ze vindt het belangrijk dat de namen iets van waarde uitdrukken, dat ze kan laten zien dat haar kinderen “welkom en waardevol” zijn.

Had ik het verhaal achter de namen niet gekend, dan had ik het wellicht een wat wonderlijk rijtje gevonden. Maar de moeite nemen om namen te vinden die opvallend zijn, maar er niet uitzien alsof je je scrabbledoos omver hebt gegooid, daar is toch wel wat voor te zeggen.

* Het artikel staat helaas alleen in de papieren editie van NRC Next, niet online.

 

 

 

Ouders kiezen namen die ze bij zichzelf vinden passen

De Wereldomroep interviewde collega Gerrit Bloothooft over de impact die voornamen hebben op kinderen. En op hun ouders.

“Je kunt rustig stellen dat een naam bijna altijd beter past bij de ouders dan bij het kind. Een pasgeborene is nog blanco, de ouders geven met de naam van het kind in feite hun eigen visitekaartje af. Het drukt de wens van ouders uit. Dus moet de naam goed bij de ouders passen. Je moet de naam zelf mooi vinden, dat is voor iedereen het belangrijkste criterium.

Maar als ouders binnen hun sociale omgeving kiezen voor een bepaalde naam die representatief is voor hun eigen leven, dan hopen ze eigenlijk dat hun nageslacht zich ongeveer op dezelfde manier zal ontwikkelen als zijzelf. Die relatie van namen met sociale klasse is fascinerend.”

Maar welke sociale klassen zijn er in voornamenland? En welke soort namen horen daarbij? Gerrit Bloothooft vat samen wat we daarover in Over Voornamen schreven:

  • Elitenamen bij ouders met een goede opleiding en een hoog inkomen die wonen in de Randstad, het duingebied, de Utrechtse Heuvelrug of het Gooi: Fleur en Iris, of Maurits, Friso en Lancelot;
  • Amerikaanse, Engelse en Spaanse namen bij ouders met een lage opleiding: Wesley, Ricardo, Kevin, Samantha of Kimberley. En spannende spellingen, wellicht om ‘extra’ identiteit aan een kind te geven;
  • Traditionele namen bij hogere en midden-inkomens: Dirk of Franciskus;
  • Trendy, Scandinavische en bijbelse namen bij midden-inkomens: Zoë, Lola en Milan; Finn en Sven; David;
  • Expatnamen bij “hoger opgeleide mensen die een beetje internationaal voor de dag willen komen”: Lynn, Sem en Tom.

En we kunnen het niet vaak genoeg herhalen:

“De trend is trouwens nog steeds dat korte, krachtige namen heel populair zijn. Eén lettergreep voor de jongens over het algemeen, en twee voor de meisjes. Denk aan Maartje of Floortje. Hele hockeyclubs zitten er vol mee.”