Wierd Duk en andere ongelukkige keuzes

De meeste ouders denken er niet bij na of ze een naam kiezen die ook in het Engels (of een andere buitenlandse taal) goed uit te spreken is. Er valt met enige regelmaat te lezen over mensen met namen als Fokje Modder. Zo vond ik ook Dick Kok, die zelfs slager van beroep is. (Ik hoef de voorbeelden niet uit te leggen, hoop ik.)

Bij de Wereldomroep weten ze er alles van, als platform voor emigranten en expats. Lezers vertellen er (ook in de reacties) over hun moeilijkheden met hun eigen naam (Marijke, Jelle) en geven tips over welke voornamen wel internationaal verantwoord zijn (Lisa, Vincent).

Mooi is bijvoorbeeld het verhaal van Karlijn van der Hoeven, die in Brussel woont. Ze wilde haar kind eigenlijk een oerhollandse naam als Gijs, Teun of Ties geven, maar vanwege haar woonplaats koos ze uiteindelijk voor Jonas. Wat ze niet had kunnen voorzien is de Belgische gewoonte op identiteitskaarten eerst de achternaam en dan de voornaam weer te geven:

De achternaam vinden ze hier over het algemeen prachtig, heel gangbaar in Nederland maar hier niet. Helemaal grappig is het dat op Jonas’ Belgische identiteitskaart “Prins Jonas” staat. Zonder komma.

Met dank voor de tip: Mayke, Denise en Marjolein!

Namen uit tien klassieke jeugdboeken

‘Ik vind Jan-Willem een rare naam,’ zegt Madelief.
‘Waarom?’ vraagt Roos, ‘ik vind hem juist mooi.’
Jan-Willem zegt niks. Hij peutert met zijn vingers in het gras. Het lijkt net of ie daar iets belangrijks ziet.
‘Wat is het nou?’ gaat Madelief verder. ‘Jan of Willem? Eén van de twee.’
Roos lacht. ‘Jan,’ zegt ze. ‘Zo heet ie niet. En Willem heet ie ook niet. Het is gewoon Jan-Willem.’
‘Maar hij is toch geen twee jongens?’
Jan-Willem trekt plotseling een lange worm tussen het gras vandaan. Hij zwaait ermee voor Madelief haar neus heen en weer. Maar die is niet bang.
‘Als je zo’n worm doormidden hakt, krijg je twee levende wormen,’ zegt ze.
‘De ene helft krijgt een nieuw kontje, de andere helft een nieuw koppie.’
‘Haha, kontje,’ grinnikt Jan-Willem.

Uit: Niet met de poppen gooien

Of je ze nou vrijwillig hebt gelezen in de zesde klas (heb ik zulke oude lezers?), of ertoe gedwongen bent in groep 8: we zijn allemaal groot geworden met Madelief, Kruistocht in Spijkerbroek en De Schippers van de Kameleon.

Hoog tijd om eens na te kijken hoe de hoofdpersonen in tien van die klassieke jeugdboeken ook al weer heten. En te bedenken of er evenveel inspiratie te vinden is in een Fries familierelaas uit 1903 als in een meermaals verfilmd verhaal uit 1981.

  1. Nienke van Hichtum – Afke’s Tiental (1903) – Afke, Wiepkje, Eeltje, Sietske, Sipke, Saapke, Ate Jetske; Marten, Watse, Jouke, Klaas, Jetse, Bouke, Wiebe
  2. Cissy van Marxveld – Joop ter Heul (1919) – Joop, Julie, Mol, Kit (Katharina), Suzanna, Loutje, Noortje, Pop, Pien; Leo
  3. Hotze de Roos – De schippers van de Kameleon (1949) – Esther; Hielke, Sietse, Gerben, Simon, Tinus
  4. Annie M.G. Schmidt – Minoes (1970) – Minoes, Bibi, Leentje, Moortje; Tibbe, Harrie
  5. Jan Terlouw – Koning van Katoren (1971) – Stach, Gervaas, Hendrik, Karel, Bastiaan, Bonifatius, Tom, Philip
  6. Thea Beckman – Kruistocht in spijkerbroek geb (1973) – Ilse; Dolf, Anselmus, Johannis, Leonardo, Nicolaas, Thaddeus, Gardulf
  7. Guus Kuijer – Met de poppen gooien (1975) – Madelief, Roos; Jan-Willem
  8. Sjoerd Kuyper – Het Zakmes (1981) – Tim, Mees
  9. Francine Oomen – Hoe overleef ik mijn vakantie? (1998) – Rosa, Esther; Jonas, Vincent, Alexander
  10. Jacques Vriens – Achtste groepers huilen niet (1999)- Akkie, Ina, Christel, Elise, Veerle, Tamara; Bram, Joep, Laurens

Ik moet bekennen dat ik een zwak heb voor de vroeg-twintigste eeuwnamen van Cissy van Marxveld. Zelfs Puck (waarover ze later schreef) zou mij tussen vriendinnen als Jopie, Pop en Pien in de ontdooistand brengen. Al het Friese geweld van Sietse, Sietske, Sipke, Saapke, Jouke en Bouke vind ik minder leuk.

Veel prettige jeugdboeken werden in de jaren zeventig geschreven, al begrijpen kinderen van nu waarschijnlijk niet meer waar al dat gedoe vanwege gescheiden ouders en meisjes die jongensdingen willen doen vandaan komt. Hoe dan ook, Guus Kuijer heeft er eigenhandig voor gezorgd dat er al dertig jaar meisjes rondlopen die door hun ouders hoopvol Madelief zijn genoemd.

Een soortgelijke invloed had Sjoerd Kuyper, toen Mees begin jaren negentig in de op zijn boek gebaseerde televisieserie Het Zakmes verscheen. Ik vrees dat een soortgelijke populariteit niet weggelegd is voor Akkie, de achtstegroeper die in Vriens’ boek sterft aan leukemie.

Ik vond een paar namen die volgens mij (nog/weer) goed bruikbaar zijn, maar geen top 20 materiaal: Bibi, Julie, Rosa en Veerle; Jonas, Leo, Marten, Philip, Simon, Stach, Tibbe en Vincent bijvoorbeeld.

Mis ik boeken met goede hoofdpersonen? Zien jullie een 2009 kind genaamd Pop of Jetse voor je?